Voorzetselraadsel

Welk werkwoord komt achter het voorzetsel?
Horizontaal
0

aan... (tegenkomen, ergens vinden)

1

tegen... (dwarsbomen)

2

achter... (te weten komen, opsporen)

3

over... (iemand met grote woorden aftroeven)

4

onder... (overstromen)

5

in... (afnemen, afpakken)

6

op... (op een eentonige manier vertellen wat je weet)

7

uit... (opvallen omdat je ergens goed in bent)

8

voor... (plannen, regelen)

9

na... (imiteren)

10

af... (ergens een tekening/plaatje bij/van maken)

11

door... (ergens een gat in maken)

12

om... (andere kleren aantrekken)

13

binnen... (met je hoofd scoren)

14

buiten... (niet laten meedoen, negeren)

Verticaal